Samenwerking voor lage Maasafvoer

Samenwerking voor lage Maasafvoer

Door aanhoudende droogte is de afvoer van de bevaarbare waterlopen in Vlaanderen en Nederland sinds het voorjaar stelselmatig gezakt. Een aantal intense regenbuien tijdens de voorbije weken brachten korte tijd soelaas, maar het Maasdebiet vestigt momenteel laagterecords. Dit leidt o.a. tot problemen voor de vlotte bevaarbaarheid van onze binnenwateren. Om dit maximaal te vermijden slaan De Vlaamse Waterweg nv en Rijkswaterstaat de handen in elkaar.

Samenwerking voor lage Maasafvoer

Maas voedt Vlaamse en Nederlandse kanalen
De Maas is een typische regenrivier: afhankelijk van de hoeveelheid regen die er valt in de Ardennen en het noordoosten van Frankrijk, kan de afvoer van de Maas zeer laag of zeer hoog zijn. De gemiddelde afvoer van water via de Maas bedraagt 250 kubieke meter per seconde, of 250.000 liter per seconde.

Door de aanhoudende droogte van de voorbije maanden worden we echter geconfronteerd met een uitzonderlijke situatie van zeer lage Maasafvoeren. Concreet betekent dit dat de huidige Maasafvoer in Luik (net opwaarts de aftakking naar het Albertkanaal) amper 35 m3/s bedraagt.

Deze zeer lage Maasafvoeren hebben een effect op een gebied dat veel groter is dan de rivier zelf. Het Albertkanaal en de Kempense kanalen in Vlaanderen worden gevoed met Maaswater net zoals het Julianakanaal en een aantal andere kanalen in Zuid-Nederland. Naast de scheepvaartfunctie, wordt het water in deze waterwegen ook gebruikt voor drinkwaterproductie, energiewinning, proceswater voor de industrie, landbouwirrigatie en de bevloeiing van natuurgebieden.

Samenwerken om water te verdelen
In sommige regio’s in de wereld vormt de wijze waarop buurlanden omgaan met water, en specifiek in die periodes waar er een tekort is aan water, een mogelijke bron voor conflicten. Vlaanderen en Nederland bewijzen op dit vlak het tegendeel.

Zo legt het Maasafvoerverdrag  tussen Vlaanderen en Nederland de gelijke verdeling van het beschikbare water tussen Vlaanderen en Nederland vast. Het verdrag bevat ook afspraken tussen beide partijen over de verdeling van het beschikbare Maaswater bij lage afvoeren: zo is bij lage Maasafvoeren elke partij ertoe gehouden besparingen op haar watergebruik door te voeren om zo te kunnen voldoen aan het opgelegde besparingsscenario.

Waterbesparende maatregelen
Gezien het uitzonderlijke lage Maasdebiet en het intensieve watergebruik van het Nederlandse en Vlaamse waterwegennet, nemen Rijkswaterstaat en De Vlaamse Waterweg in onderling overleg al een hele tijd preventieve maatregelen om het beschikbare water zo goed mogelijk te verdelen en diepgangbeperkingen maximaal te vermijden.

In Vlaanderen is dat onder andere het zuinig of gegroepeerd schutten van schepen met een maximale wachttijd van 4 uur, het terugpompen van een deel van het debiet dat ontstaat door het schutten van schepen, het gedeeltelijk dichtzetten van watercaptaties ten behoeve van landbouwirrigatie en natuur; de oproep om zuinig om te gaan met water en  vaar- en diepgangbeperkingen op de Kempense kanalen.

Ook in Nederland worden door Rijkswaterstaat maatregelen getroffen. Zo worden onder meer schepen op het Julianakanaal gegroepeerd geschut, waarbij de maximale wachttijd voor de scheepvaart kan oplopen tot 4 uur. Water dat bij schutten ‘verloren’ gaat wordt deels teruggepompt of opgespaard via een spaarbekken. De diepgangbeperking van de Zuid-Willemsvaart geldt natuurlijk ook in Nederland en er wordt gebruik gemaakt van schotbalken om een aantal stuwen op te hogen zodat meer water kan worden vastgehouden. De zeven vistrappen zijn deels gesloten.

Extra pompen op het Albertkanaal
Het Albertkanaal beschikt op de sluizen van Olen, Ham en Hasselt al over pompinstallaties die het mogelijk maken om  voortdurend grote hoeveelheden  water terug te pompen van het afwaartse kanaalpand naar het opwaartse.

Omdat dit, bij de huidige zeer lage Maasafvoeren nog onvoldoende is, is besloten om op de overige sluizen van het Albertkanaal (Wijnegem, Diepenbeek en Genk) nog extra mobiele pompen te plaatsen. Deze pompen worden dankzij de samenwerking door Rijkswaterstaat aangeleverd.

Onvermijdelijke hinder
De Vlaamse Waterweg en Rijkswaterstaat beseffen dat (een aantal) van deze maatregelen hinder veroorzaken voor de gebruikers van de waterweg doordat noodgedwongen wachttijden optreden aan de sluizen. Het betreft echter een uitzonderlijke situatie van zeer lage afvoeren en door de genomen maatregelen en de grensoverschrijdende samenwerking, stellen beide instanties alles in het werk om de scheepvaart zo goed mogelijk te blijven laten verlopen, met zo weinig mogelijk hinder. 

De komende 2 weken wordt zeer weinig neerslag verwacht. De Vlaamse Waterweg en Rijkswaterstaat verwachten dan ook helaas niet dat de situatie snel zal verbeteren. De situatie wordt nauwgezet opgevolgd, met als doel om te anticiperen en bijkomende maatregelen zoveel mogelijk te vermijden.

Laatste nieuws

Top